Bouwwerf: Furness Withy & Co. West Hartlepool (255)
Tonnage: 6.445 brt
L x B x H: 126,41 x 15,77 x 12,23 m
Voortstuwing: Triple expansiemachine, 3 cil.; 2600 ipk
Snelheid: 11,5 knopen
Bemanning: 46
1901 Het eerste vrachtschip bij de HAL was dit ss "Soestdyk", tevens het eerste schip met een naam eindigend op 'Dyk'. Samen met de Britse rederij Furness, Withy & Co. werden bij de gelijknamige werf vier zusterschepen besteld, twee voor de HAL en twee voor de Britse rederij. Onder bouwnummer 255 werd begin 1901 bij Furness Withy & Company te West-Hartlepool, Engeland, de kiel gelegd. Op 18 mei 1901 werd het schip te water gelaten. Na een geslaagde officiële proeftocht werd op 20 augustus het schip, met roepsein PSKL, aan de Holland-Amerika Lijn overgedragen.
Op 24 augustus vertrok het eerste HAL vrachtschip voor haar maidentrip onder de vlag van de N.A.S.M. richting de Verenigde Staten. In de machinekamer stond een 3 cilinder Triple Expansie machine meteen vermogen van 2600 pk die het schip een snelheid gaf van 11,5 knoop. De stoom voor deze machine werd door 4 cilindrische kolen-gestookte ketels met 12 vuren opgewekt. Het schip kon met drie hulpzeilen als schoener getuigd worden, dit om kolen te besparen en was ingericht om bovendeks 350 stuks vee te vervoeren. Voor de verzorging daarvan was er daarom extra accommodatie voor een aantal vee-verzorgers.
1909 In juli kreeg het schip (kapitein J. Baron) een bijzondere deklading aan boord met bestemming New York. Het was de bij de Rijkswerf in Amsterdam gebouwde replica van "De Halve Maen", het schip van ontdekkingsreiziger Henry Hudson. Het werd verscheept ter opluistering van de Hudson-feesten te New York.
1912 Op 3 februari, onderweg van New York naar Rotterdam is kapitein E.M. Swaan overboord gevallen en verdronken.
Kapitein E.M. Swaan †. — Men schrijft aan de „Nieuwe Rott. Courant.":
"Het stoomschip SOESTDYK, van de Holland Amerika Lijn, vertrekt morgen, onder commando van kapitein L. Rijnink, wederom naar zee. Zoals wij reeds bij binnenkomst van het stoomschip bericht hebben, verloor het schip op de laatste thuisreis haar gezagvoerder, kapitein E.M. Swaan, die in het midden van de oceaan overboord geslagen werd en verdronk. Kapitein Swaan was in maart 1897 als stuurmansleerling bij de Holland Amerika Lijn in dienst getreden, na zijn leerschool aan de Zeevaartschool te Rotterdam te hebben doorgemaakt. Hij diende achtereenvolgens in verschillende rangen op de stoomschepen van de N.A.S.M., verscheidene jaren als eerste officier op de grotere passagiersschepen. In november 1909 werd hij tot kapitein bevorderd en sedert dien voerde hij het bevel over verschillende vrachtschepen van de Maatschappij, die in hem een van haar beste jeugdige krachten verloren heeft. Ook onder zijn vrienden en kennissen in de Marine-Reserve was Swaan algemeen zeer gezien en bemind".
1914 Bij het uitbreken van de oorlog werden de afvaarten van de Amerikaans / Canadese Uranium Steamship Company vanuit Rotterdam stilgelegd. Het ss "Soestdyk" maakte van 9 oktober tot 30 oktober 1 charterreis voor deze maatschappij naar New York.
1918 Op 21 maart werd het schip met 9 andere HAL schepen door de Amerikaanse regering in beslag genomen ingevolge het Droit D'Angarie. Het lag toen in de haven van San Juan (Puerto Rico) en werd in beheer gegeven aan de Emergency Maritime Corporation.
1919 Op 16 juli het schip teruggegeven aan de HAL.
1923 Op 9 oktober werd zij verkocht aan Thomson & Co., Leith (The Ben Line Steamers Ltd.) en herdoopt in ss "Callandia".
1930 Het schip werd verkocht aan Alco Samengo & Co. te Genua en opgelegd. In augustus 1931 werd zij in Japan gesloopt.
Bronnen
Boer, G.J. de “125 jaar Holland Amerika Lijn”; uitg. De Alk, Alkmaar 1998; ISBN 90 6013 074 X
Dalkmann, H.A. en Schoonderbeek, A. “125 years of Holland America Line”; Edinburgh Pentland Press 1998
Herk, C. van “De Schepen van de Holland Amerika Lijn”, uitg. de Boer, Bussum 1981; ISBN 90 228 1863 2
Websites
Maritiem Historische Databank
Maritiem Digitaal